De na te leven opzegtermijn, bij ontslag door de werkgever en bij ontslag door de werknemer, is de optelsom van de termijnen uit het vroegere én het nieuwe stelsel.
a. Eerst wordt de termijn conform het vroegere stelsel berekend, rekening houdend met de anciënniteit tot 31 december.2013.
Voor bedienden die op die datum meer dan 32.254 euro bruto per jaar verdienden, bedraagt de termijn een maand per begonnen jaar anciënniteit, met een minimum van 3 maanden.
b. Daarna voeg je de termijn toe conform de nieuwe regels, op grond van de verworven anciënniteit vanaf 1 januari 2014.
c. Specifieke regels voor het ontslag gegeven door bedienden: Voor de anciënniteit verworven op 31 december 2013, ongeacht het loon, bedraagt de opzegtermijn 1,5 maand per periode van 5 jaar begonnen anciënniteit, zonder dat hij langer mag zijn dan:
- 3 maanden, indien het loon op 31 december 2013 niet hoger is dan 32.254 euro;
- 4,5 maand, indien het loon hoger is dan dat bedrag, maar niet hoger is dan 64.508 euro;
- 6 maanden, indien het loon hoger is dan laatstgenoemd bedrag.
Indien die grenzen bereikt zijn op grond van de anciënniteit op 31 december 2013, dan hoeft de berekening niet gemaakt te worden op grond van de anciënniteit vanaf 1 januari 2014.